In contact met je behoeftes

Gepubliceerd op 17 juli 2023 om 06:30

In het boek Illusies van Ingeborg Bosch las ik het volgende over de ontkenning van behoeftes en het verband met anorexia: 

 

“Anorexia is een zeer sterke vorm van ontkenning van behoeften. De kern van anorexia is namelijk de gedachte: ik heb niets nodig, zelfs geen eten, dat is iets wat anderen doen, iets wat anderen nodig hebben, maar ik niet, voor mij gelden die natuurwetten niet. Deze gedachte laat de ernst van anorexia zien, het waarachtige karakter van de overtuiging niets nodig te hebben, zelfs geen eten. Door niet te eten voedt iemand die aan anorexia lijdt de illusie dat hij of zij geen behoeften heeft…”

 

Ik herken het. De illusie die ik mezelf voorhield; dat ik geen of heel weinig eten nodig had. Het was mijn manier om te overleven. Mijn eigen behoeftes ontkennen, omdat de pijn dat deze niet vervuld zouden worden te pijnlijk leek om te verdragen. Die ontkenning was er niet alleen op het gebied van eten; ook op allerlei andere gebieden hield ik mezelf voor dat ik geen behoeftes had. Zo hield ik mezelf bijvoorbeeld voor dat ik geen vrienden nodig had; ik redde het allemaal wel alleen. De waarheid was te pijnlijk om onder ogen te komen: ik durfde geen vriendschappen meer aan te gaan. Mijn beste vriendin had me in de steek gelaten en ik had geen idee waarom. Ik wilde die pijn niet meer voelen. 

 

Ik paste me overal altijd gemakkelijk aan; als een kameleon kleurde ik met mijn omgeving mee. Ik had nooit geleerd om mijn eigen behoeftes te laten horen. Om ruimte te maken voor mezelf. Nee, ik maakte me klein en onzichtbaar. Ik deed wat er van me verwacht werd en schakelde mijn eigen gevoelens uit. Die waren niet belangrijk. 

 

Nog steeds vind ik het soms moeilijk. Ik ben geneigd om vooral niet moeilijk te doen. Om mijn eigen behoeftes aan de kant te schuiven. De behoeftes van de ander zijn belangrijker. Het voelt soms zelfs ietwat ongemakkelijk om mijn behoeftes kenbaar te maken; ruimte voor mezelf te maken. Mezelf serieus te nemen. 

 

Hoewel het dus altijd leek alsof ik geen behoeftes had; had ik eigenlijk ontzettend veel behoeftes. Ik was het contact ermee kwijtgeraakt. En nu, nu begin ik er weer contact mee te maken. Ik voel weer waar ik behoefte aan heb. Aandacht. Aanraking. Liefde. Knuffels. Heel veel knuffels. Huilen. Alleen zijn. Samen zijn. Ik kan het steeds beter voelen. Geef er ook steeds meer gehoor aan. Maar ook dan heb ik weer de neiging om direct terug te schieten naar de ontkenning. Zo kan ik bijvoorbeeld wel toegeven dat ik behoefte heb aan een knuffel, maar dat ik er eigenlijk behoefte heb aan een knuffel die eindeloos duurt - aan iemand die me niet meer loslaat; dat durf ik nauwelijks uit te spreken, nauwelijks toe te laten. Het is weer de pijn waarmee ik geconfronteerd word; de pijn dat de ander me niet datgeen kan geven wat ik zo graag zou willen. Die pijn probeer ik steeds vaker te voelen. Het maakt me verdrietig. Maar ik wil niet langer leven in ontkenning. Dus ben ik soms heel verdrietig. Of heel behoeftig. En probeer ik daar minder over te oordelen. Probeer ik daarmee te zijn. Maar poeh, wat zou ik het soms toch veel liever weer ontkennen. Kiezen voor de bekende weg. Vluchten voor de pijn…

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.