Ik weet nog goed dat ik bang was voor iedere calorie. Dat mijn dagen gevuld waren met denken aan eten. Dat stilzitten de grootste uitdaging was. Dat ik het moeilijk vond om geld aan mezelf uit te geven.
Ik weet nog goed dat iedere dag een strijd was. Dat ik verlangde naar eten, maar mezelf daarvoor afstrafte. Dat ik eindeloze honger had, maar daar niet aan durfde toe te geven. Dat ik me schuldig voelde bij iedere hap die er naar binnen ging.
Ik weet nog goed dat ik niet durfde te gaan zwemmen. Dat ik niet op vakantie durfde te gaan. Dat ik veel liever in mijn veilige bubbel bleef. Dat ik een hele dag niks mocht eten om mezelf een ijsje te kunnen gunnen.
Ik weet nog goed dat ik mezelf niks toestond. Dat ik mensen om me heen zag genieten van pizza en chocolade. Dat ik liters thee dronk om mezelf vol te voelen.
Ik weet nog goed wat dat lege gevoel met mij deed. Dat niks meer binnen kon komen. Dat het leven een grote waas leek. Dat niks meer leek te boeien. Dat ik totaal afgesplitst was van de realiteit. Dat ik niet in het moment kon leven. Niet eens aanwezig was.
Ik weet nog goed dat het verschrikkelijk was om op die manier te leven. Dat ik niet eens het gevoel had dat ik leefde. Dat ik me sterk voelde, terwijl ik me tegelijkertijd absoluut waardeloos voelde.
Ik weet nog goed dat het getal op de weegschaal mijn hele dag kon bepalen. Dat ik een kick voelde wanneer ik weer was afgevallen. Dat ik bang was voor de confrontatie met die verdomde getallen, maar tegelijkertijd de controle niet los kon laten.
Ik weet nog goed hoe het voelde om eigenlijk helemaal niks meer te voelen. Dat ik wilde verdwijnen. Mezelf onzichtbaar wilde maken. Dat ik iedereen van me afduwde en sociale gelegenheden uit de weg ging. Dat ik me eenzaam voelde.
Ik weet nog goed dat ik ontzettend bang was. Dat ik het gevoel had dat ik niet zonder mijn eetstoornis kon leven. Dat ik het leven niet aan zou kunnen. Dat ik nooit gelukkig zou kunnen worden.
Ik weet nu dat ik niet bang hoef te zijn voor iedere calorie. Dat dagen gevuld kunnen zijn met andere dingen dan alleen maar eten. Dat ik mezelf mag toestaan om stil te zitten. Dat ik geld aan mezelf mag uitgeven.
Ik weet nu dat niet iedere dag een strijd meer hoeft te zijn. Dat ik mezelf niet hoef af te straffen omdat ik eet. Dat ik geen eindeloze honger meer hoef te hebben en mezelf niet meer schuldig hoef te voelen bij iedere hap.
Ik weet nu hoe het voelt om weer te kunnen gaan zwemmen. Om op vakantie te kunnen gaan. Dat ik een ijsje kan eten zonder daarvoor te hoeven compenseren.
Ik weet nu hoe het voelt om mezelf eten toe te staan. Om pizza en chocolade te mogen eten. Om geen liters thee meer te hoeven drinken ter opvulling.
Ik weet nu wat het met mij doet om me niet meer constant leeg te voelen. Hoe het voelt als dingen weer betekenis krijgen. Hoe het voelt om te leven. Aanwezig te kunnen zijn in het moment.
Ik weet nu hoe fijn het is om weer écht te kunnen leven. Om me echt sterk te voelen. Om in mijn kracht te staan.
Ik weet nu dat de weegschaal mijn dag niet meer hoeft te bepalen. Dat ik die controle niet meer nodig heb. Dat ik prima kan leven zonder met die getallen bezig te zijn.
Ik weet nu hoe het voelt om te kunnen voelen. Om zichtbaar te zijn. Om sociale gelegenheden niet meer uit de weg te gaan.
Ik weet nu dat ik mijn eetstoornis niet meer nodig heb om me te beschermen. Dat ik het leven aankan, ook al is het soms moeilijk. Dat ik soms bang mag zijn. Maar dat ik ook weer geluk, vreugde en liefde kan ervaren.
Reactie plaatsen
Reacties