Ik ben niet zo’n fan van verjaardagen, dit komt vooral omdat ik liever één op één contact heb met mensen dan in een (grote)groep. Vroeger waren er echter nog duizend meer redenen waarom verjaardagen verschrikkelijk waren, ik zal er een aantal toelichten.
Mooie kleding aantrekken
Shit, wat moest ik nou weer aantrekken? Geen enkele broek zat nog goed en jurkjes vielen als een zak om mijn lijf heen. Ik wilde geen blote benen. Geen blote armen. Een legging? Een grote trui? Er bleef niet veel keuze over. Niks stond mij meer. Ik had al eeuwen geen nieuwe kleding gekocht, want dat was ik niet waard.
Eten
Verjaardagen gingen vaak gepaard met eten. Samen met zó veel anderen eten vond ik verschrikkelijk. Meestal wist ik precies wat iedereen op had, omdat ik altijd degene moest zijn die in ieder geval het minste at. Mijn hoofd draaide overuren, want naast dat ik precies wilde weten wat iedereen at en hoe veel, moest ik zelf ook nog eten. In het bijzijn van anderen eten voelde verschrikkelijk. Als een afgang voor mijn eetstoornis. Ik hoorde niet te eten. Mijn hoofd ontplofte van gedachtes. Zou deze verjaardag een mogelijkheid voor me zijn om een beetje te sjoemelen met de hoeveelheid die ik zou moeten eten? Iedereen was vast toch te druk bezig met andere dingen. Wat was ik jaloers op wat iedereen at. Kon ik dat ook maar weer. Nee, ik mocht het niet. Ik moest deze gelegenheid vooral gebruiken om nóg minder te eten dan normaal.
‘Gezelligheid’
Op verjaardagen leek het voor mij vaak de bedoeling te zijn dat je gezellig was. Samen over leuke dingen praten. Maar wat nou als ik geen leuke dingen te vertellen had? Wat nou als ik nergens meer plezier uit haalde en iedereen alleen maar zat te praten over zijn o zo leuke leven? Gesprekken gingen vaak over opleiding en werk. Ook daarin kon ik niet meepraten, ik leefde in een andere wereld. Het leek alsof de gesprekken totaal langs mij heen gingen. Ik voelde me verdrietig. Dit waren de momenten dat ik me besefte hoe ver ik verwijderd was van de ‘normale maatschappij’, dit waren de momenten waarop ik er mee werd geconfronteerd dat ik voor mijn gevoel had gefaald in het leven. Het waren de momenten waarop ik me extra goed leek te beseffen hoe slecht ik me eigenlijk voelde. Iedereen had het zo gezellig. Waarom kon ik nou niet eens gewoon gezellig zijn?
Taart
De meeste mensen kijken er naar uit: taart. Of in Limburg: vlaai! De een wil een extra groot stuk en de ander wil een klein stuk, want diegene blijkt op dieet te zijn. Dieet. Mijn eetstoornis werd meteen getriggerd wanneer ik iemand die woorden hoorde uitspreken. Waarom was diegene op dieet? Zou diegene minder eten dan mij? Zou diegene beter zijn in het afvallen? Andere mensen zag ik enorm genieten. Ik was jaloers. Waarom kon ik dat niet? Zou ik vandaag dan tóch eens een stukje nemen? Natuurlijk niet, want dan zou ik me daarna vast weer enorm schuldig voelen. Hoe had ik daar aan durven te denken? Natuurlijk mocht ik geen taart of vlaai eten. Dat is niet goed voor me. Dat mag ik niet. Ik mag er niet eens aan denken. Ik moet sterk zijn.
Nee. Een verjaardag was niet bepaald gezellig. En ik heb nog niet eens alles benoemd dat er door mijn hoofd ging en waar ik allemaal rekening mee moest houden... Denk bijvoorbeeld maar eens aan de andere eettijden en niet weten hoe laat ik weer terug thuis zou zijn én een paar uur lang stil moeten zitten. Het zorgde allemaal voor chaos en paniek in mijn hoofd. Oorlog. Ik besef me nu pas hoe gevangen ik destijds zat in mijn eetstoornis.
Reactie plaatsen
Reacties