De connectie met je lijf terugvinden

Gepubliceerd op 9 december 2024 om 06:30

Herstellen van een voedings- en lichaamsgerichte coping (eetstoornis) gaat niet alleen over opnieuw leren eten; het gaat over het terugvinden van je eigen lichaam en emoties. Jarenlang was ik de connectie met mijn lijf volledig kwijtgeraakt. Dat is natuurlijk niet gek als je jezelf jarenlang hebt uitgehongerd. In zekere zin was dat zelfs het doel van mijn eetstoornis: ik wilde geen contact meer met mijn lichaam. Ik wilde niet meer voelen.

 

Het verlies van de connectie met mijn lijf

Tijdens mijn herstel vond ik het ontzettend moeilijk om mijn lichaam te zien veranderen. Mijn gezicht werd boller, mijn billen en zelfs mijn borsten begonnen te groeien, terwijl ik eerst plat was. Dat maakte me bang. Ik wilde mezelf klein houden. Mijn lichaam bleef hangen in een kinderlijke staat, en dat gaf me veiligheid. Nu begrijp ik dat dit verlangen naar een kinderlijf voortkwam uit een diepere angst om volwassen te worden. Ik wilde niet opgroeien, geen keuzes maken en geen verantwoordelijkheid dragen voor dingen die groter waren dan ik.

 

Gevangenschap van controle

Ondanks het gevoel van veiligheid dat het kinderlijf me gaf, voelde ik me allesbehalve vrij. Ik leefde in gevangenschap, onder de strenge anorectische stem. Die stem voelde als een echo van alle strenge stemmen die ik in mijn leven had gehoord. Ze waren een deel van me geworden, een deel dat groter was dan ikzelf. Ik was de connectie met mijn eigen identiteit kwijt.

Herstellen betekende voor mij dat ik moest stoppen met het leven dat anderen van mij verwachtten. Ik moest leren de innerlijke stemmen die me klein hielden, het zwijgen op te leggen. Ik moest mezelf opnieuw ontdekken. 

 

De confrontatie met verandering

Hoewel het moeilijk was om mijn lichamelijke veranderingen te accepteren, wist ik dat dit deel van het proces was. Het betekende dat ik eindelijk volwassen moest worden, keuzes moest maken en op mijn eigen benen moest leren staan. Dat kon alleen door weer contact te maken met mijn lichaam – en met de emoties die ik jarenlang had weggestopt.

 

Ik herinner me nog goed hoe moeilijk het was om ineens uit bepaalde kledingstukken te groeien. Het bracht een diep verdriet in me naar boven, en een sterk verlangen om me vast te houden aan die kleding en aan bepaalde getallen op de weegschaal. Het voelde bijna ondragelijk om met deze gevoelens om te gaan. Maar juist door nieuwe kleding voor mezelf te kopen, en met mezelf af te spreken om steeds minder vaak op de weegschaal te staan (tot ik uiteindelijk helemaal stopte met wegen), vond ik langzaam een manier om hier mee om te gaan. Ik besefte dat ik die pijn onder ogen moest zien. Als ik me vast zou blijven houden aan oude kleding of een bepaald gewicht, zou ik nooit uit mijn eigen gevangenis kunnen breken. De controle die ik dacht te hebben, hield mij uiteindelijk ‘onder controle’.

 

Het terugvinden van emoties

Het voelde overweldigend om meer te gaan voelen naarmate ik meer begon te eten. Waar ik eerst afgevlakt was, kwamen emoties nu als golven naar me toe: plezier, maar ook verdriet. Als mens zijn we geneigd om weg te willen blijven van die moeilijke gevoelens. Ik was bang dat ik al die overweldigende emoties niet zou aankunnen. Het voelde als te veel, te intens, te groot. Ik had simpelweg nooit geleerd om deze gevoelens toe te laten.

Ik moest leren om alles toe te laten wat ik voelde, en dat was moeilijk. Niet wegrennen, maar er bij blijven. Ook nu vind ik het soms nog steeds moeilijk om écht bij mijn verdriet of pijn te blijven.

 

Het lichaam als kompas

Wat ik de afgelopen jaren heb geleerd, is dat wanneer ik bij mijn verdriet of pijn kan blijven, het ook weer voorbij gaat. Emoties hebben het nodig om aangekeken te worden. Als ik mijn gevoelens negeer, zorgen ze er via mijn lichaam wel voor dat ze alsnog aandacht krijgen. Ons lichaam is een prachtig mechanisme dat ons voortdurend signalen geeft – alleen zijn we vaak verleerd om ernaar te luisteren.

 

Het conflict tussen hoofd en lijf

Toch blijft het een uitdaging. Mijn hoofd vertelt vaak een ander verhaal dan mijn lichaam. Mijn hoofd kan van alles vinden over wat mijn lichaam mij vertelt. Het blijft frustrerend dat mijn lijf me soms iets anders laat voelen dan mijn verstandelijke redeneringen. Maar langzaam leer ik hier met meer compassie naar te kijken.

Als mijn lichaam zich onveilig voelt, is dat zo, ook al kan mijn verstand me vertellen dat er geen reden is om bang te zijn. Het serieus nemen van de signalen van mijn lichaam is een manier om goed voor mezelf te zorgen, iets wat ik steeds beter leer.

 

Een tijdje geleden, toen ik begon met de opleiding tot traumacoach, merkte ik tijdens de eerste lesdagen weer een intens gevoel van onveiligheid in mijn lijf. Het lukte me in die periode niet om bepaalde oefeningen samen met anderen te doen, en dat vond ik verstandelijk gezien lastig. Toch wist ik ook dat het belangrijk was om die signalen van onveiligheid serieus te nemen, in plaats van ze te negeren.

Contact maken met mijn lichaam kan op sommige momenten nog steeds heel onveilig voelen. Maar in plaats van mezelf daarvoor te straffen, probeer ik nu steeds meer ruimte te maken voor die gevoelens. Ik leer ernaar te luisteren en ermee te oefenen, stap voor stap.

 

Leren luisteren

Het blijft een zoektocht, maar ik ben nu meer in contact met mijn lichaam dan ik ooit ben geweest. Ik leer elke dag om naar de signalen van mijn lijf te luisteren, zelfs als mijn hoofd zich ertegen verzet. Ik heb inmiddels geleerd dat mijn lichaam precies weet wat het nodig heeft – en dat ik daar altijd naar mag luisteren.